28 April 2019

Mijn eerste dag op de Linquendahoeve.

Mijn eerste dag op de Linquendahoeve te Hollandsche Rading
 
Een dag van vernieuwing en van veranderingen.
Ik start op één van de ruimtes en om de boel soepeler te laten verlopen is Angelique daar ingezet om mij te ondersteunen.
Het is mijn eerste keer op deze nieuwe locatie en dus zoeken naar standaarden. De koektrommel, placemats, plakband, dossiers etc.
Alles gaat zoals het gaat. Met een beetje hulp van collega’s en van de deelnemers.
 
We wandelen gezamenlijk een stuk, doen een spel op het bord en er wordt onderling gekletst.
Hier en daar ruimte voor persoonlijke aandacht.
Inez R. is verward. Desgevraagd antwoordt zij dat het niet zo best gaat met haar zwager.
Fijn dat ze dit deelt, kan ik rekening mee houden.
 
Ik probeer te rapporteren maar vooral het overzicht te houden.
Het is een beetje onrustig. Deelnemer Rens vd K. loopt heen en weer. Hij zoekt.
Ik probeer mijn aandacht op het dossier te richten als Rens mijn richting op komt.
Negeren lukt niet. Hij pakt mijn pols en zegt dat hij zijn jas kwijt is. ‘Een witte’.
Ik richt mij tot hem en vertel, terwijl ik met mijn vinger wijs, dat zijn jas op de kapstok hangt.
Hij schuifelt naar de kapstok en ik ga door met schrijven.
Mijn onverwachte hulp Angelique is plotseling op een andere klus gezet. Jammer.
Bij het volgende dossier wordt er plotseling gevraagd of er iemand naar Hollandsche rading gaat.
Ik draai mij om naar het geluid en ik antwoord aan Herma F. dat ná het eten iemand haar naar huis brengt.
Een moment rust. Ik schrijf en zie plotseling drie dames zoekend door de ruimte lopen. “Een witte jas…”; hoor ik zeggen.
Rens heeft wat dames gecharterd om voor hem op zoek te gaan.
Tijdens de soep zie ik dat Harry langzamerhand lijkt te ontploffen. Hij ergert zich aan een andere deelnemer.
Deze laatste slurpt. Ze zitten dicht bij elkaar. De volgende keer rekening mee houden.
Ik sus zachtjes, stuur bij en negeer het verder. Ik ben echter alert.
Na het eten melden zich enkele deelnemers om mij te helpen met de afwas. Gelukkig…
Niek komt zo nu en dan binnen om te ondersteunen.
Ik haal een glas water als iemand zich verslikt.
Niek heeft nog wat plantjes staan die in de grond mogen. Een klusje waar de deelnemers hem bij kunnen ondersteunen. ‘Dat is goed voor hen…’
Ik probeer wat deelnemers zover te krijgen om hem te helpen.
 
Inez staat plotseling voor me. Ze heeft haar jas aangetrokken. “Wil jij helpen met wat planten in de aarde te zetten?”, vraag ik haar.
Ze kijkt wat verdrietig en antwoord; “Nee, ik wil eigenlijk naar huis. Ik maak mij zorgen over mijn zwager…”
Ik stel haar voor om even naar huis te bellen. Ze vindt dit een goed idee en ik zoek een telefoonnummer.
Terwijl ik zoek hoor ik een stem vragen wanneer iemand haar naar Hollandsche rading brengt. Ik wil antwoorden dat dit ná de koffie gaat gebeuren.
Maar voordat ik dit zeg realiseer ik mij dat er nog koffie moet komen.
Ik bel het thuisnummer van Inez en geef mijn telefoon aan haar nadat ik haar man even kort heb ingelicht. Rust.
1, 2, 3, 4 en 5 scheppen koffie en mijn aandacht wordt getrokken door Jop B.
Ik zie vanuit mijn ooghoek dat de man niet in nood verkeerd en dus kan ik het even negeren.
Tussen de bedrijven door verteld Rens mij dat zijn jas gevonden is…
Einde van een heerlijke dag. Ik rijd enkele deelnemers naar huis.
Als ik de laatste heb afgezet zet ik mijn auto in Maartensdijk op een P. Mijn dag zit erop.
Ik doe kort socialMedia, bekijk het verkeersaanbod terwijl ik luister naar de radio en even lekker wil schreeuwen. Nee, niet hier, straks op de A27!