27 November 2015

Geconditioneerde Stimulus.

Ken jij dat ook? Dat gevoel uit je kinderjaren?
Dat het gezin centraal stond met de ouders als spil?
Er was niets aan te merken op onze opvoeding.

Wij waren goed!

Over alle buren hadden wij wel iets te zeggen.
Neem bijvoorbeeld die twee mensen zonder kinderen, dat waren echte zeurpieten.
Wij doopten hen ‘de zeikerds’.

Een gezin boven ons was dagelijks bezig met het oppompen van de fietsbanden.
“Armoedzaaiers! Koop toch eens een behoorlijk stel banden…”; liet onze vader zich eens ontvallen.

Kortom, wij waren eigenlijk te goed voor die straat in Osdorp!

Vaak waren de buurjongens met veel plezier aan het voetballen.
Pfff. Daar deden wij niet aan mee!
Die groep had nou eenmaal geen gevoel voor talent.

En daar waren die buren van verderop. Zij waren niet eens in het bezit van het rijbewijs!
“Haha…”; schamperden we als ze zich weer met een busje naar schiphol lieten rijden.

Naar een ver vakantie oord…

Nee wij dan, wij huurden een Transit en reden zelfstandig naar een kampeerterrein op de Veluwe.

Echt hoor. In mijn straat woonden louter slappelingen.

Ik herinner mij een buurjongen die eens bij ons thuis kwam.
Hij liep al kuchend door de sigarettenrook die prominent in onze huiskamer hing! Tssss!
Ik ademde diep en keek trots naar de benauwde jongen.

Ik ben nu al zo’n dertig jaar weg uit Osdorp.
Soms denk ik terug aan mijn straatje.
Zouden mijn buurtgenoten ook wel eens terugdenken aan vroeger?

Zouden ze ons nog herinneren? Hoe? Als die jaloersmakende mensen?
Als dat gezin dat superieur was aan de straat?

Of als dat arrogante gezin? Met die ouwe auto en zonder fietsen?

Goed om na al die jaren eens verder te kijken dan je neus lang is.

Misschien waren die anderen helemaal niet zoveel minder dan ons?
Viel er wellicht op ons ook wel iets aan te merken?

Ik kan mij bijna niet voorstellen. We waren zo goed!

25 November 2015

Meneer Ed

Ik neem je mee terug naar een dag tijdens mijn vrijwilligerswerk in het plaatselijke hospice.

11 december 2012

Meneer H. uit kamer 1 had gebeld.
Ik liep zijn kamer binnen en vroeg waarmee ik hem kon helpen.
"Ik wil even bungelen..."; antwoordde hij zacht.
Even later had ik het hek 'aan de goeie kant' van zijn bed naar beneden geschoven.
Hij draaide voorzichtig zijn benen uit bed en bleef schuin tegen de stapel kussens liggen.

Buiten adem. Vermoeid van deze inspanning.
Ik had deze man nog niet eerder ontmoet. Hij lag er slechts een paar dagen.
Een doodzieke man die je onbekend is heeft niet veel gespreksstof.
Ik moest goed nadenken wat ik wilde zeggen. Wat ik wilde vragen.
Dat was merkbaar míjn probleem.

Het leek de man niet te deren of die
vrijwilliger er was.

Tijdens de overdracht, enkele uren ervoor, had ik vernomen dat het slecht ging met hem en dat hij graag het hek naar beneden wilde hebben.
De waarschuwing ging echter uit dat dit een gevaar voor hemzelf kon betekenen.
"Ik blijf wel even bij je zitten."; zei ik 'opdringerig'.
Hij mompelde dat dit niet nodig was maar in dit geval besloot ik het
toch maar te doen.

Het was zwaar. Zijn hand op zijn maagstreek leek hem te willen helpen ademen.
Hij ademde oppervlakkig maar opvallend zwaar.
De ademtochten stootten mij in het gezicht.
Ik huiverde even maar liet het toe.
Onbewust dacht ik aan de door kanker gefilterde lichaamsadem die mijn
gezicht streelde.

De man wilde niet meer.
De goedkeuring over zijn wens tot euthanasie had hem enkele minuten
geleden bereikt.
Goed nieuws voor hem.
Dat wist ik. Ik kon het echter niet meer echt aan hem merken.
Het deed mij goed dat hij me het toch even mededeelde.
"Over drie dagen is het afgelopen..."
Met die mededeling en dat gevoel kon ik even later mijn dienst overdragen.

Afscheid.
De adem van een man toelaten op mijn gezicht. Je stapt soms vreemde 
drempels over.

Twee dagen later bereikte mij het nieuws dat hij toch nog plotseling was overleden.

14 November 2015

Als de toekomst halt houdt.

Zaterdag 14 november 2015
Een ochtend breekt aan.
Een nieuwe dag zoals iedere andere dag in het weekend. Boodschappenlijstje, klusjes etc.
Kortom, een gewone dag.
Ik werd wakker en dacht aan hen.
Aan de familie, vrienden en andere relaties van-, en aan de slachtoffers van Parijs.
Zij verloren gisteren plotseling hun dierbaren.
En niet zomaar aan ouderdom, een ongeluk of een normale ziekte.
Nee, het was een andere vreselijke ziekte die momenteel waart over de wereld en die, tijdens de donkere uren in de stad van de liefde, epidemisch toesloeg en het leven nam van talloze onschuldigen. Daarnaast zwaargewonden en ooggetuigen achterliet die getraumatiseerd het vertrouwen verloren in het leven in vrijheid.

Ik denk aan hen. En aan een oplossing.
Ik weet dat ik dit niet eventjes op los.
Ik kan slechts een bijdrage leveren door vertrouwen te houden in de mens en mij niet te laten leiden door angst.
Op die manier hoop ik mijn vrede te bewaren en zorg ik er voor dat mijn toekomst niet stopt.
Hoe lever jij je bijdrage?

26 October 2015

Vluchtelingen 2015

Is het een leger dat
zonder wapens…
onze grenzen overschreid.
In een 3-D geprint paard van Troje
Duizenden gestrand onderweg
naar het land van belofte
Normandië 2015.

Zijn het grauwe ganzen die
komen in groten getale.
Vermenigvuldigen.
Kaalgevreten weiden
Dwangmatig ‘foie gras’
Laten los en vertrekken
in een V-vorm…

Het is wat het is…

08 September 2015

Een Rotterdamse sluwe vos in Frankrijk.

 

En zo belandden wij na een heerlijke ontspannen reis op de camping in de Franse Ardeche…

We mochten kiezen uit twee plaatsen. Eén beneden aan l'eyrieux of één boven bij het zwembad, de winkel en het restaurant.
We kozen de plek aan de rivier l'eyrieux.

Zoals we van een camping in Frankrijk mogen verwachten kreeg ons puptentje een plek tussen aan de ene kant heuse Limburgers en aan de andere kant mensen uit Rotterdam.

Wij vielen op. Althans, ons tentje. De Limburgers hadden een caravan en de Rotterdammers hadden een aanhangwagen mee om de reuze 5-benige boogtent in te vervoeren.

Ondanks, of juist dankzij onze kleine trouwe tent waren we happy. En ondanks dat er voor 95% Nederlanders waren creëerden we toch het Frankrijk gevoel.

Wat heb je meer nodig dan een stokbroodje, een stukje fromage en een flesje wijn?

Onze buren waren leuk. Gewoon leuk. Dat is logisch want wie liefde zaait zal liefde oogsten. Nietwaar?

Ook onze Rotterdamse buren waren aardig.

Al snel kwam ik er achter dat de “man des tents” kwa kennis behoorlijk breed ontwikkeld was.
Althans, zo deed hij dit voorkomen.
De zaken die ik zo nu en dan te berde bracht, werden aangevuld en/of verbeterd!

Ik vertelde bij gelegenheid enthousiast over mijn eerdere waarneming die dag van de bosbeekjuffer.

Een blauwe libelle die ons een blik gunde op het paringswiel met een libelle van een andere kleur.

Hij luisterde waarschijnlijk met een half oor want voor dat ik klaar was met mijn verhaal onderbrak hij me.

“Weet jij hoeveel ogen een libelle heeft?”

Ik sla dood en mijn hersenen proberen het deel van de logica te activeren…
Het lukt niet direct maar bij zo’n vraag zal er wel iets afwijkends aan komen.

Dus ik gok. “Euh, vier?”

“Nee, wel honderden!”; antwoordt de man met een euforische glimlach.

Ik antwoord: “O”.

“En weet je?...”; vervolgt de man, “Weet je dat je een libelle nooit in je aquarium moet krijgen? Als dat gebeurt ben je zo van je vis af…”

Ik denk na. Waar wil hij naar toe? Hoe vaak komt het voor dat een libelle beroep doet op jouw gastvrijheid?

En stel dat hij je huis binnenvliegt…
Hoe vaak staat daar dan een aquarium… Met zonder deksel?

Ik confronteer hem met mijn gedachten en besluit direct het over een andere boeg te gooien.

“Wij hadden thuis een 2 meter bak. We hadden nooit last van libelles.

Een gezelschapsaquarium met Cabomba, Valesneria, Amazoneplanten.“
Ik noem enkele planten die ik mij herinner. "Kongozalmen, zwarte tetra's, maanvissen, neont..." .Als ik de vissoorten begin op te sommen onderbreekt de man mij ten tweede male.

“Wij hadden een 3 meter aquarium”; sprak de man.

Er volgt een discussie over onderhoud anno 2015 versus de verzorging zoals mijn vader dat in de jaren zeventig deed.
Als ik de man moest geloven dan was de verzorging zoals mijn vader dit deed compleet fout!
“Lees maar op ‘aquabora’, daar ben ik lid van en ik schrijf daar een vaste column…”

Ik laat het voor wat het is…

De vakantie gaat door. We ontdekken. We zien. We lachen en rusten uit.
We ademen vakantieliefde…

Dan, op een ochtend gebeurt het weer.
Ik kruip uit mijn tentje, rek mij uit en zie de buurman.
Ik groet hem en hij groet terug.

In mijn ooghoek zie ik hem veelbetekenend naar zijn vuilniszak kijken.
“Een vos!”; roept hij triomfantelijk. “Dit is een vos geweest.”

Wij denken na (Want een gewaarschuwd mens telt voor twee).
We denken, ‘hoe kan deze Rotterdamse man uit Les Pays Bas weten dat het een vos is die hier is geweest?’

Ik reageer direct terwijl ik overdreven snuif.

“Nee, was geen vos. Een vos ruik je altijd. Laat een urine spoor na. Die ruik je overal boven uit.”

Ik formuleer de woorden bijna achteloos. Ik stond gewoon te liegen.
Te liegen om te voelen hoe het voelde. Om te zien wat er gebeurde.
Om de man te laten weten dat ik er ook toe doe!
Mijn leugen hangt even boven de rivier tussen ons in.
Buurman laat zich echter niet uit het veld slaan en schudt zijn hoofd. “Ik hoorde hem vannacht en toen heb ik onder de rand van de tent gekeken.

Het was zo’n vosje!”; zei de man terwijl hij de wijsvingers van beide handen dertig centimeter uit elkaar hield.
Weer een punt voor hem. Ik moest lachen. Ook een vos in Frankrijk verliest zijn haren.

Ik ga koffie zetten en neem op dat moment een besluit.
Volgende keer een camping met alleen Fransen. Die snap ik tenminste.

04 September 2015

Hoe leuk kan kamperen zijn!

Afgelopen zomer kampeerden we in Frankrijk.
De kampeerder weet wat ik bedoel als ik vertel hoe leuk dat is.
Het kamperen. Het afwassen, douchen en de toiletgang.
En waar wil ik het over hebben?

Juist! Over het douchen.
We waren aan het douchen. Ieder in een eigen hokje. Het water was net niet warm genoeg en iedere 15 seconden moest de knop weer worden ingedrukt teneinde de water toevoer op gang te houden.
Ik was ondertussen klaar en tijdens het afdrogen kreeg ik last van mijn ondeugende ik.

Hij stelde voor om mijn vrouw te gaan pesten.
Ik ging al snel voor de bijl en met een lichte spanning riep ik met een hoge, wat benauwde stem: "Schannuleke!"
Ik proestte het zowat uit.
Dit werd erger toen een kind uit een hokje verderop antwoordde: "Wat?"

Ik riep nog een keer: "Schannuleke!".
Ik hoorde mijn vrouw inmiddels gniffelen. Wat gemeen van haar om dat arme kind uit te lachen!
Het kind antwoordde weer: "Jaha. Ik ben hier!".

Het herkende waarschijnlijk het geluid van een bekende in mijn stem.
Ik hield het voor gezien. Genoeg geentertaind voor vandaag.
Als we even later teruglopen naar de tent moeten we nog lachen.
"Malle jongen!": zei mijn vrouw terwijl ze  haar hand over mijn weerbarstige kuif bewoog.
Ik schokschouderde en vroeg. "Zou dat misschien echt Schannuleke zijn geweest?."
Samen proestten we het uit van de pret.

25 August 2015

De slimheid van de vrouw

Na een dag wandelen, klimmen en dalen in de Alpen eindigde het stel weer bij de caravan.
Ze waren bekaf!
Net voordat hij achterover viel op een campingstoel kon hij nog juist de fles wijn pakken. Hij de wijn. Zij het stokbrood zoals beloofd.

Gruyère
Een Rosé en een stokbrood met kaas...
Hij schonk en zij verdween in de caravan.
Ze pakte het stokbrood en zag tot haar ontsteltenis dat er geen kaas was.
Ze sneed het brood en deed haar broekje naar beneden.
Ze depte haar bezwete driehoek met beide zijden van wat stukjes brood, drapeerde het feestelijk op een bord en ze overhandigde het aan haar lief.
"Alsjeblieft schat..."; zwijmelde ze. "Een broodje met gruyère kaas. Ik vind haar smaak persoonlijk nogal aanwezig."

Dromenland
Hij at en knikte goedkeurend.
"Het smaakt heerlijk schat!"
"Fijn lief! Ik pak even een douche..."

Even later lag hij heerlijk in dromenland.

24 July 2015

Moeder heeft met het afsluiten van 2009 tevens de deur van ons ouderlijk huis in Osdorp achter zich dichtgetrokken …

Wat vooraf ging...

Mijn ouders besloten in 1957 om in Amsterdam te gaan wonen. Zij als geboren Rotterdamse en hij als een volbloed Fries.

Dankzij deze dappere, moeilijke beslissing hebben wij de eer gehad om daar op te groeien.

Samen met mijn twee broers en een zusje kwamen we via 10 jaar Geuzenveld uiteindelijk in Osdorp terecht.

 

Ons Osdorp

Waarvan we inmiddels elke stoeptegel kenden. Ik kwam nog geregeld in ons ouderlijk huis in Osdorp.

- Brood van Imming

- Osdorpplein

- Gratis parkeren

 

Al heb ik Osdorp zo'n 25 jaar geleden verlaten, voelde ik mij nog steeds een oudgediende.

Soms keek ik de huidige bewoners aan met een gevoel van:

"Je moest eens weten! Jij komt net kijken."

- Ik heb kolenhandel van Vliet meegemaakt

- De Spar op de Osdorperban

- En Albert Heijn prominent in wat tegenwoordig de shopperhal is

- Ik heb de HEMA gekend zonder bovenverdieping en roltrap

- De bouw van C&A en de Meervaart

- Jongerencentrum KWAK gelegen aan de Osdorperban

- Ik heb de Osdorperban geasfalteerd zien worden

- Zondags speelden S.L.T.O., V&V en Z.S.G.O. op sportpark Ookmeer

- Op de plek van het politiebureau heb ik gevliegerd en gevoetbald

- Ik ken Rochdale nog als Patrimonium

 

Einde van een Amsterdamse periode

De laatste maand van 2009 volgde de apotheose. Wekelijks waren we op het Groenpad.

Ons huis moest worden leeggehaald. Schoon opleveren voor Patrimoni… euh … Rochdale.

28 december hebben we de sleutels ingeleverd. Na 43 jaar LIEF en leed. Over en uit.

De herinneringen aan de liefde hebben die van het leed overwonnen.

Nu is er slechts genetisch materiaal achter gebleven dat langzaam zal verwaaien met de stofresten van de renovatie.

Onze moeder is inmiddels verhuisd naar een dorp onder de rook van …

Nu, na 53 jaar is er dus een einde gekomen aan onze Amsterdamsche periode. Onze familietraditie kabbelt weer rustig voort.

Alle gezinsleden in hun eigen dorpje of stadje, maar niet meer in het mooie Amsterdam.

We schreven geschiedenis!

14 July 2015

Balkon Geuzenveld 1965

  1965

Dit is het waargebeurde verhaal over een jochie van amper vijf jaar oud. 
Het speelt zich af in Geuzenveld, halverwege de jaren zestig.

Hij woonde in de Dirk Sonoystraat 207-2. De dag was begonnen als een 
gewone dag, een doodgewone dag. Vader werkte bij de politie en had die 
dag avonddienst. Moeder was thuis en deed de huishoudelijke taken. Ze 
voelde zich gerust. De jongste twee kinderen waren ook thuis en zaten te 
spelen in het zijkamertje. Een fijn gevoel voor een altijd erg ongeruste 
moeder. Lekker veilig dus.

De oudste broer maakt huiswerk in de kamer. De broertjes speelden al een 
poosje in het zijkamertje als plotseling de balkondeur opengaat. "Zo.." 
denkt het jochie... "Nu hebben we een stuk meer speelruimte" En weldra 
is het balkon veroverd door de twee broertjes. Als heuse verhuizers 
worden allerhande speelattributen naar buiten gesjouwd. Ze gaan op in 
het spel en lijken niets in de gaten te hebben van het mooie uitzicht.

Aan de overkant is het Lambertus Zijlplein. Daar kon je de boodschappen 
doen maar daar was ook tandarts Dom. Dokter Dom werd hij thuis genoemd. 
"Volgende patiënt!" Brrr.
De iets dichterbij gelegen rolschaatsbaan kon het jochie net niet zien.
Na enige tijd waren de jongens blijkbaar 
uitgespeeld en werd het tijd om de omgeving te verkennen.

De grote broer kon al over de rand van de balustrade heen kijken en 
vermaakte zich inmiddels met het buurmeisje van 1-hoog. Het jochie 
probeerde uit alle macht om ook een glimp van de buitenwereld op te 
vangen. Eerst op zijn teentjes. Ja, nu kon hij een deel van de rolschaatsbaan wel een beetje zien. Vanaf de straatzijde kon je het kruintje van de avonturier juist boven het hek uit zien komen.

Plotseling kreeg ook hij het buurmeisje Wilma in de gaten.
Hij zwaaide naar haar. Het buurmeisje zwaaide terug. Wat een pret was dat zeg. De kleine man kende Wilma natuurlijk wel maar alleen van de straat.
Nog nooit had hij het buurmeisje van het balkon gezien. Het zwaaien en gek 
doen ging al snel vervelen.

Het jochie hing inmiddels op zijn buikje op de rand. Beneden stond het 
buurmeisje. Daaronder was de tuin van de benedenburen.
Een tuin met bloemen, gras, een tuinpad en een betonnen kist voor de kolen.
Het tuinpad en de kolenkist werd gescheiden door een groenstrook van een halve meter.
Het joch spuugde naar beneden. Hij spuugde nog eens. De klodders belandden op de groenstrook. SAAI! Een tweede doelwit werd al snel opgemerkt. Wilma!
De ondeugd begon naar beneden te spugen en probeerde zijn buurmeisje te raken. Het lukt net niet. Hij kroop naar 
voren en spuugde opnieuw. Nog een klein stukje verder. En toen..!

Moeders hart leek stil te staan. De broer van het joch rende de kamer 
binnen.
Hij schreeuwde. "Hilbert ligt beneden!". Even twijfelt moeder. 
De fantasie van een kind? Maar dan, intuïtief, loopt ze naar het balkon 
en als zij naar beneden kijkt wordt haar angstige voorgevoel bewaarheid. 
Beneden ligt haar jongste zoon.
Hij krijst!

Vader was op dat moment bezig met de zaak van een vermist jongetje uit 
de 2de Dirk Sonoystraat.
Hij was juist op weg geweest om de ouders te vertellen dat het kind terecht was als hij ter hoogte van de 
Colijnstraat een ambulance met zwaailicht tegenkomt.
Om de een of andere reden houdt het ene voertuig het andere staande en vraagt vader de ambulancechauffeur wat er aan de hand is. "Op nummer 207 is een jochie naar beneden gevallen."

"Verdomme! Dat is bij mij!" en de vader rent zonder op of om te kijken naar de flat verderop. Als hij aan de achterzijde arriveert ziet hij moeder al staan. Ze is duidelijk in paniek.
Ze trilt en merkt niet dat haar benen open liggen. Het bloed stroomt er uit. Ze was dwars door het prikkeldraad gerend en ziet slechts haar zoontje liggen. Op de groenstrook. Net tussen het pad en de 
kist in.

Als vader naast zijn zoon knielt en bezorgd naar hem kijkt tilt 
de kleine zijn hand op, wijst naar het balkon en fluistert. "Ik ben daar 
vanaf gevallen..."

14 June 2015

Pinkpop '15

Maandagochtend. Ik ben uit bed en probeer wakker te worden. Ik moet werken.

Ik ben gebroken. Kensington zit in mijn kop!

Het is twee dagen na mijn pinkpop zaterdag.
Wow!

Ik noem ze niet allemaal op. We kennen de line-up ondertussen wel.
Een stevige line-up was het. Ik heb mij voornamelijk tussen de twee hoofd stages bewogen.
Main- & 3FMstage.
Ik zag voor het eerst, en ja, als fervente luisteraar van 3FM schaam ik mij hier een beetje voor, de mensen achter de muziek van Kensington.

Een jongen met een hoed (Google leerde mij dat het om Eloi Youssef gaat)
en een veer die statisch a la Mark Knopfler (sorry voor de vergelijking maar eerste indruk) op het podium stond en een andere met een trendy baard.
Maar naarmate de show vorderde hield ook iedere vergelijking op.
Mijn GOD! Wat een show! Weergaloos!
Ik moet werken. Ik wil niet. Ik wil terug naar bed. Pinkpop zit in mijn kop!

Anouk! Robbie! Selah Sue! Kensington!
Ik moet wakker worden. Ik denk terug aan het zinderende slot, na het crowd surfen van Eloi.
BAM!
Dat helpt mij wakker te worden...

08 June 2015

De geboorte van een Foute Plaat.

Ik schrijf rond de overgang van de jaren zeventig naar de jaren tachtig.
We waren jong en de wereld lag aan onze voeten.
We kenden nauwelijks verantwoordelijkheden.
Salaris was voor de ‘fun’. En slechts een manier om je pleziertjes te kunnen betalen.

Als je al werk kon vinden natuurlijk. Het werk lag in die tijd niet voor het oprapen.
Ik heb, in de aanloop naar mijn militaire dienstplicht, dan ook herhaaldelijk de muren van de sociale dienst aan de binnenkant mogen bekijken.
We waren een beetje te laat geboren voor de romantische flower power periode.
Ik maakt het staartje er van mee.
Soms was ik een klein beetje jaloers op de leeftijdgenoten van mijn oudere broers.
Zij zaten met hotpants, stickies en bloemen in het haar midden in deze omslag van een tijdperk.
 
Saturday Night Fever.
Hoe dan ook. Het leven was een feest! Met name in de weekenden.
We dansten op een rijtje op de discodeunen.
De hits dienden zich aan en wisselden elkaar in ‘RAP’ tempo af.
Nummers 1 discohits van de hitparades werden vervangen door de opkomende rap nummers.
 
Ik noem Odyssey, Tom Browne, Dan Hartman, Time Bandits, Sugar Hill Gang, Chic, Earth, wind & Fire, George Benson.
En Patrick Hernandez, Kool & The Gang, Bee Gees, Diana Ross, Spargo, Kelly Marie, Joe Bataan, Stacy Lattisaw en de Jacksons.
Een stortvloed aan dansbare hits!

Real pressure cooker.
Voldoende aanbod om urenlang op de knipperende dansvloer te blijven staan.
En wij? Wij stonden aan de wieg van deze nummers.
Probeer je die eerste keer voor te stellen dat je bijvoorbeeld “Funkin’ for Jamaica” hoorde.
Of “Rappers Delight”. Met die vreemde geluiden op de muziek van Chic.

Ik herinner mij levendig het grote doek in discotheek Robinson in Landsmeer.
Op zich was zo'n groot beeld voor mij al vernieuwend maar het was tevens de eerste keer dat ik de vrij forse, langharige man zag zingen. Hij had in zijn hand een microfoon en een witte doek vast.
Tegenover hem stond een leuke vrouw die hem zingend zijn hok in stuurde.
"Stop right there! I gotta know right now! Before we go any further! Do you love me?"
Op mijn netvlies!
Dat dit een klassieker zou worden kon ik op dat moment niet bevroeden.
 
Foute nummers!
Het valt mij op dat ik enige moeite heb om het beladen woord ‘DISCO’ te benoemen en de namen van de bands op te schrijven.
Disco wordt tegenwoordig immers geassocieerd met foute nummers. ‘Guilty pleasures’.
Wordt er een labeltje ‘homo scene’ aan gehangen? Zijn dit de nummers die tijdens de ‘gay pride’ ten gehore wordt gebracht?
Ik weet eigenlijk niet wat er mis is aan voornoemde groeperingen en aan de muziek.
Disco schijnt nu eenmaal haar oorsprong te vinden in de homo wereld.

Energie.
Aangezien ik niet gehinderd werd door deze kennis kon ik zonder problemen ‘los’ gaan op de discotonen.
En dit heeft mede bepaald dat ik tijdens soms zware periodes in mijn leven heerlijk op kon laden.
Homo of niet. Disco of niet. Foute nummers of niet.
Het maakt niets uit.
De hits herinner ik mij als de achtergrondmuziek van een mooie tijd.

Een tijd waarop de jeugd van tegenwoordig heimelijk jaloers is dat ze er niet bij waren.

07 June 2015

Bermmonument

Wie plantte ooit het zaadje,
op deze mooie plek,
dat uitgroeide tot boom.
Was het een vogel?
Was het een mens?
Was het de wind?

Wie ligt er in die auto,
op deze mooie plek,
bij die enorme boom.
Is het een moeder?
Is het een zoon?
Is het mijn kind?

Wat als de wind destijds niet waaide
en dat de vogel er niet was
of dat de mensenhand niet zaaide...
Dan geen boom hier...
alleen maar gras.

Op deze mooie plek...

11 May 2015

2 minuten wereldberoemd in Almere.

We gingen naar Almere Stad voor de 5 mei viering op de Esplanade. 18:00 uur.

We zetten de fietsen bij het Flevoziekenhuis en liepen nietsvermoedend de Esplanade op.
Het liep er vol met vrijwilligers en beveiligers.

We naderden de grote tent met het podium aan de achterzijde en het viel ons op dat er geen festivalgangers waren. Het was stil. Vreemd stil. De stilte klonk vreemd tegen de afnemende storm.

Nieuwsgierig geworden liepen we op enkele medewerkers af en vroegen naar de status van de festiviteiten. "Het is afgeblazen. Te gevaarlijk i.v.m. de storm...".

Geen Kensington. Geen Rootsriders.

We liepen door en bespraken wat we zouden gaan doen. "Grote Markt?".

Bij Bobbie Beer aangekomen werden we geconfronteerd met een afsluiting. Een hekwerk met poortjes en heuse beveiligers.

Een moment leek vrijheid ver weg.

wij hadden echter een probleem. Aan de ene kant van het hek stond een menigte. Ze wilden allemaal naar de andere kant.

Maar... Maar... Aan die kant stonden wij...

Wat ging er mis. Wij hoefden niet perse naar het concert.

We besloten om de dichtstbijzijnde

beveiliger aan te spreken.

De man was niet verbaasd dat we aan de goede kant stonden. Hij antwoordde desgevraagd. "We kunnen ieder moment het signaal krijgen of het Esplanadeconcert doorgaat of niet."

We fluisterden dat wij de boodschap al hadden ontvangen. "Het lijkt niet door te gaan..."

De man loopt snel naar een ander persoon. Ze communiceren kort met elkaar.

Dan lijkt er iets te gebeuren. Een man met een megafoon klimt op een verhoging en dan golft de boodschap over de menigte.

Esplanade concert ging helaas niet door maar de sfeer op de Grote Markt was er niet minder om.

Vuk de Koning.

Dit is het verhaal over Vuk.
Een jongen die niet gevraagd had om geboren te worden als zoon van...
Die er ook niet om vroeg om Prins Vuk genoemd te worden.

...

Goed, hij was nu eenmaal telg uit een welgestelde, Koninklijke familie in Nederland. maar zijn familie bezorgde het volk eenmaal per jaar een vrije dag.
In tijden van zorg en ellende was het de familie die het volk een warm hart onder de riem stak.
En inderdaad, hij was zich er van bewust dat zijn familie ook wel wat geld opslurpte.
Dit hoorde nu eenmaal bij het spel. Protocollair vastgelegd.
En hij probeerde daar met zijn broer en schoonzussen ook enige betekenis aan te geven.
Van toiletwerpen tot koekhappen...

Veel onderdanen waren blij en trots op de monarchie.
Zij volgden het doen en laten van de Oranjes.
Zij leefden mee met de vrolijke hoogte- en tragische dieptepunten van de familie.
Opa Bernhard von Lippe Biesterfeld die buiten de deur snoepte.
Papa Claus von Amsberg die zijn stropdas ceremonieel afwierp.

Prins Vuk huwde een gewoon meiske. Het volk leefde mee met de traan.
Het meiske dat behandeld zou worden als ware het een 'guilty pleasure'.
"Je mag haar niet leuk vinden!" "Zij is de dochter van!!"
Maar net zoals tegenwoordig een aantal deejays mijn muzikale jeugdherinneringen degradeert tot 'guilty pleasures',
wordt de Monarchie gedegradeerd tot kop van Jut.

Het zal wel bij de tijd horen. Of ik word oud.
Eigenlijk vind ik het jammer.
Zo'n heel volk dat mee doet aan het uitpellen van de Monarchie.
Velletje voor velletje.
Van rellen tot Claus
Van asbak tot schreeuw
Van lucky tv tot een hinnikende Koningin.
Velletje voor velletje...
Tot er niets meer van over is.
Geen Koningsdag meer.
Geen collectieve vrije dag dankzij Oranje.
Geen protocol. Geen onnodige kosten...
Wat rest... Een losgeslagen volk en verder...
Geen FUCK meer!

... en zij leefden nog lang en gelukkig...

Mediteren: Ik denk niet dus ik besta niet.

Een dierenleven.
Een dier wordt geboren en is er gewoon. Hij denkt niet.
De enige waarde is die wat de mens er aan geeft. Circusolifant. Huisdier. Melkkoe. Schoothond. Laboratoriumrat....

Een mierenleven.
Een mier groeit snel en gaat al heel vlug aan de slag.
Hij werkt samen met zijn gelijken tot hij erbij neervalt. Hij zeurt niet. Hij bid niet. Hij gelooft niet. Hij denkt niet.
Hij vergaat. Wordt compost en dat is de basis voor nieuw leven. Denken wij.

Het wezen mens.
Het denkt te kunnen denken.
Het werkt niet altijd, laat staan samen.
Het zeurt. Het bid. Het gelooft. Het denkt! Het denkt alles te weten.
Het vergaat niet. Want het denkt boven God te staan. Het denkt te gaan reïncarneren. Het denkt in de hemel te komen. Het denkt zich te moeten herprogrammeren. 
Het denkt te moeten denken om te bestaan. Het denkt belangrijk te zijn.
Het ís belangrijk! Inderdaad! Voor het doorgeven van leven...
Als compost.

Denk eens niet maar besta gewoon!

Vliegt de tijd?

Zomaar een gedachte op de maandagmorgen.

Het is vandaag 11 mei 2015. De dag waarop exact 35 jaar geleden ons vader het leven liet.

Flarden van herinneringen knabbelen aan mijn gedachten.
Mijn concentratie is even gereduceerd tot het minimum.

Denkend aan de zware periode voor zijn overlijden zak ik langzaam dieper mijn jeugd in.
Ik beland ergens in 1973.
12 jaar oud ben ik daar. Hoe keek ik toen tegen het leven aan?

Wat was mijn gevoel? Hoe voelde het om een leven voor je te hebben?
Met de wereld aan de voeten van je lichaam.
Een lichaam dat werd geleid door een onzekere geest.

1973. Een gelukkige tijd. Mijn zusje werd dat jaar drie en alles was goed!
Mijn broers maakten nog deel uit van het gezin en mijn ouders waren er nog.

Een veilige haven.

Ook was het het jaar van de Nederlandse film. Met name de film Turks Fruit.
Het kon niet op! Hoe bloter hoe beter.
Turks Fruit werd later in de tijd opgevolgd door o.a. ‘Wat zien ik’ en Spetters’.

Ik merkte als jong-volwassene de consternatie wat dit op riep.
Ik zag mijn vaders ondeugende grijns als hij scenes besprak met mijn moeder.
Turks Fruit met Rutger Hauer en Monique van de Ven.

Met de aanstekelijke tune van Toots Thielemans.

https://youtu.be/BF5-qHKGtWY

Luister je even mee? Ik weet zeker dat hij de hele dag in je hoofd blijft zitten.

Vanaf vandaag is dit weer mijn ringtone.

En elke keer als ik gebeld word dan denk ik even terug aan die grijns van mijn vader.

09 May 2015

Bevrijdingsdag 2015, Almere

5 mei. 18:00 uur.

De Grote markt stroomt vol.

Flarden muziek waaien langs mij.
Een bekende melodie. Welke melodie ontgaat mij.
Ik kijk rond. Ik zie vreugde maar ook teleurgestelde gezichten.

Zojuist is het bericht gekomen dat de hoofdact op de Esplanade is afgeblazen i.v.m. de storm.
Ik kijk rond. Ik zoek mijn broer en mijn doel in deze menigte.
Langzaam sjokt het publiek richting podium.
De muziek wordt duidelijker. Het klinkt bekend en vrolijk!

Dan zie ik de bekende gestalte voor mij opduiken. Mijn broer!
We begroeten elkaar en hij zegt terloops: “Leuk hè? The Time Bandits!”

Ik ben verbaasd en ik kijk jaloers en bewonderend.
Als er iemand de muziek van vroeger uit het hoofd kent ben ik het wel!
Ik reageer blij. “Oh ja! The Time Bandits”!

Hij vervolgt: “Alies…”
De naam komt me enigszins bekend voor.
De uitstraling en het gezicht van deze zanger destemeer.

Alides Hidding, de lead zanger van deze band, droeg altijd een grote hoed en hij keek alsof hij voortdurend tegen de zon in keek.
Of leek het of hij altijd shampoo in zijn ogen had?

Ik herken steeds meer nummers van de band die furore maakte in de jaren ’80.
“Goh, wat een hits had deze band”.

Live it up,
I'm only shooting love,
Listen to the man,
I’m specialized.
Ook deze pareltjes worden waarschijnlijk tegenwoordig ‘guilty pleasures’ genoemd.

Ik denk even terug aan de tijd van Nederland Muziekland en "Veronica komt naar je toe deze zomer".
En aan het presentatieduo Curry en van Inkel. Met als side-kick Simone “Siepie” Walraven.

Mooie tijd. Mooie dag.
Het applaus tussendoor is voorzichtig. Ook mijn handen twijfelen.

Mijn hart wil klappen voor deze waanzinnig goede band maar mijn handen weigeren.
Ze durven blijkbaar niet mee te klappen.

Jammer!

Alides sluit af met zijn laatste nummer en met een "Tot ziens!"
Het publiek reageert dan enthousiast. Het applaus is warm. Ook mijn handen doen mee!

Time Bandits. Bedankt!
Almere Bedankt en tot volgend jaar!

12 April 2015

Het besef een leven te leven in vrijheid.


Oorlog - " Het besef een leven te leven in vrijheid."

Ik ben 16 jaar na het einde van WO2 geboren.
Op de basisschool vertelde de juf er soms over en dan  realiseerde ik mij soms hoe kort ervoor al die verschrikkingen plaats hadden gehad.
Die verschrikkingen in onze oorlog.
Mijn ouders hadden deze immers meegemaakt!
Een beetje mijn oorlog!

De gedachte dat deze oorlog de belangrijkste was in de geschiedenis vloeit ook voort uit dit gevoel.
Later in de tijd probeerde ik mij voor te stellen hoe de mensen in de vrije werelddelen zich gevoeld moeten hebben met de verschrikkingen van onze belangrijkste oorlog op de achtergrond.
Zij zullen wel 5 rottige jaren gehad hebben.
Ondertussen weet ik beter.
 
Ik maakte ook diverse belangrijkste oorlogen mee terwijl ik zelf in een vrij land leefde.
En nog gebeurt het dat ergens in de wereld de hel los breekt.
Mijn leven gaat dan door en ik maak mij zorgen om mijn belangrijke zaken.
De mensen in oorlog laat ik voor wat het is.
Zo moeilijk is dat dus niet.

Soms voelt dit egoïstisch.
Maar ook geeft dit een gevoel van dankbaarheid.

Het besef een leven te leven in vrijheid.

10 April 2015

Klompendans in Amsterdam

Amsterdam vrijdagavond.
Klokslag half zes rijd ik de straat van mijn vriend in.
We hebben hier met zijn drieën afgesproken om te verzamelen.

Van hier uit gaan we vanavond op pad om de binnenstad van Mokum onveilig maken.
Ik stuur mijn auto op één van de weinige plekken in Amsterdam waar je nog gratis kunt parkeren.
Als ik even rond de auto loop valt mijn oog op de boerenklompen die achterin de auto staan.

Boer'nklompen
Ik twijfel een moment maar twee tellen later heb ik mijn sneakers omgeruild voor de klompen.
Het gevoel van voorpret overwint elk beetje gevoel van schaamte als ik op het Amsterdamse plaveisel klos.
Met ingehouden spanning bel ik aan.

De deur gaat open en één van mijn vrienden verwelkomt mij warm.
Fijn als ik even later ook de andere vriend omhels.
Rijkdom...

Nog leuker is de reactie als ze mijn schoeisel ontdekken.

Letterlijk zie ik de mond even open en dicht gaan.
Je ziet ze denken… “Meent ie dit nou?”

Meent ie dit nou?!
Ik doorbreek het ongemakkelijke en zeg: “We zouden toch gaan stappen?”
De ene brutale begint een beetje te protesteren. “Ja, oke!”; zegt hij twijfelend.
“Maar redt je dit wel? De hele avond op die dingen?”

De andere laat mij zoals gewoonlijk in mijn waarde.
Hij lacht slechts een beetje onzeker en weet zichtbaar niet wat hij er mee aan moet.

Ik besluit mij van de domme te houden.

“Zou dat raar zijn in Amsterdam dan?”

De toon is gezet...
Eenmaal buiten loop ik naar de auto.
Als ik onverwacht de klompen omruil voor de stoute schoenen hoor ik twee zuchten van verlichting.
De avond is begonnen.
De toon is gezet.

Amsterdam… Opgepast!

06 February 2015

O Vader, die al 't leven voedt...

O Vader, die al 't leven voedt,
Kroon onze tafel met Uw zegen;
En spijs en drenk ons met dit goed,
Van Uwe milde hand verkregen!
Leer voor overdaad ons wachten;
Dat w' ons gedragen als 't behoort;
Doe ons het hemelse betrachten;
Sterk onze zielen door Uw Woord!

Amen

Amsterdam, jaren zeventig.
Zo nu en dan werden we door mijn vader getracteerd op de woorden uit, naar nu blijkt, “Enig Gezang 10”.
Vooraf om de maaltijd te zegenen en achteraf om te danken voor het eten.

O Heer wij danken U van harte,
voor nooddruft en voor overvloed,
Daar menig mensch eet brood der smarte,
hebt Gij ons mild en wèl gevoed.
Doch geef, dat onze ziele niet
aan dit vergank'lijk leven kleev';
Maar alles doe, wat Gij gebiedt,
en eind'lijk eeuwig bij u leev'!

Amen

Soms, heel soms werd er voordat het eindgebed werd uitgesproken, een stukje gelezen uit “het BOEK”.
“Wie wil mij het BOEK even geven?”; vroeg vader in het algemeen.
Er was er aan tafel een diepe zucht hoorbaar.
Mijn vader keek onverstoorbaar als mijn broer dan met de “Voetbal International” (of de voorlopers daarvan) kwam aanzetten.
“Het BOEK wilde je toch?”; zei hij mijn broer met een flinke knipoog naar ons.

Die Hard Prediker...
Goed, mijn vader zou mijn vader niet zijn als hij het niet gewoon kort hield.
Hij hield rekening met de onrust van de jeugd.
Hij putte kracht uit het geloof maar hij was geen ‘die-hard’ prediker.
Er werd dan toch soms een kort stukje uit de bijbel verteld.
Goed, wij pubers zouden geen pubers zijn als we dan toch nog zaten te etteren.
Tussen het geestelijke voedsel door.

Soms ging het de lieve man te ver. Met een klap sloot hij dan het boek en zijn ogen.
In stilte bad hij dan. Een dankzegging voor de maaltijd?
Of vroeg hij God of het ooit nog goed zou komen met zijn genetisch erfgoed?
Volgens mij is het aardig goed gekomen met de kinderen.
Vader stierf helaas lang voordat wij dit aan hem konden laten lezen..
En ik? Ik bid niet voor het eten.
Soms vind ik dit jammer.

Al was het alleen maar om mijn kinderen een keer om het BOEK te vragen.

20 January 2015

“Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen… Slaap lekker..”


De mensen van mijn generatie weten dit vast nog wel.
De serie “Pipo de clown” beleefde haar hoogtepunt in mijn jeugdjaren.
Pipo was een hype!
Cor Witschge speelde de hoofdrol.

Herbert Joeks gaf de indiaan Klukkluk onvergetelijke naamsbekendheid.
“Mij zijn niet van de gelukkige..” en “Gossiepossie seg!”
Op onnavolgbare wijze ontwikkelde hij nieuw taalgebruik bij de jeugd.
Op de schoolpleinen waren de immitaties niet van de lucht!

Zet vervolgens Mamaloe (Marijke Bakker) er bij en het plaatje is compleet.
De oude kampeerwagen werd getrokken door het ezeltje ‘Nononono’.
We reisden thuis mee dit rondtrekkende circus.
Alleen wij?

Nee, er was ook een heus boevenduo. Snuf & Snuitje.
Zij probeerden het leven van de circusartiesten op de kop te zetten.

Legendarisch waren de uitspraken van de verschillende spelers.
Zo eindigde Pipo, met zijn specifieke stemgeluid, altijd een avontuur met:
“Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen… Slaap lekker..”

Er was ook een directeur. Zo’n echte met een hoge hoed.
Willy Ruijs was verantwoordelijk voor het succes van deze rol.
Dat hij van lekkere gebakjes hield was duidelijk te zien aan zijn figuur.
Hierdoor ontstond de bijnaam Dikke Deur.

De ondeugende clown wist de goede man vaak te foppen door hem een gebakje voor te houden.
Tegen de tijd dat een aflevering ten einde liep, was de Dikke Deur dan ook vaak een beetje in mineur.
Hij rende dan, in zoverre zijn beentjes het gewicht mee konden torsen, in paniek rond en riep met een benauwd stemmetje:

“Pipo! Koeien!!!”
En Pipo? Die lachte in zijn vuistje terwijl Mamaloe hoofdschuddend toe keek…

Afgelopen jaren werd dit soort series vaak een nieuw leven in geblazen.
Met de hoofdrolspelers van deze tijd!
Stiekem vind ik dit een beetje oneerbiedig tegen de hierboven beschreven grootheden uit mijn tijd.
Onaardig tegenover Willy, Herbert, Marijke en Cor die de typetjes groot maakten.

Tegelijkertijd besef ik dat ik ouder word. En dat mijn ouders hetzelfde gevoel moeten hebben gehad als zij terugdachten aan de helden uit hun tijd.

Ik noem bijvoorbeeld de hoofdrolspelers uit radioserie “de Bonte dinsdagavondtrein” en de televisieserie  “Pension Hommeles” (1958).

Voor de generatie van mijn ouders waren dit onvervangbare grootheden.

Net zoals de Irene M’s, Albert V’s en de Chantal J’s de helden zijn van de huidige generatie.

 

Trouwens, stel je eens voor hoe het klinkt als Carlo B. zegt:

“Dag vogels, dag bloemen, dag kinderen… Slaap lekker..”

19 January 2015

Ik zweer...


De bankierseed.

Het zit er aan te komen.
Ik, Hilbert Steensma, beloof trouw dat ik mijn functie als bankier integer en zorgvuldig...
Dat vond ik best spannend hoor. Een heuse eed!
Zou het zo eentje worden met 2 vingers in de lucht. Rechterhand op het hart?
Of krijgt de medewerker een mailtje met een 'ja/nee button'? KLIK!
Van huis uit kreeg ik mee dat er met dit soort zaken niet te spotten valt.

Serious business.

Ik googelde op de inhoud van zo'n eed.
Moet ik hem uit het hoofd leren? Dat is wel zo netjes toch?

Langzaamaan worden de berichten serieuzer.
Er wordt echt energie in gestoken.
Plenaire sessies met de manager. E-learning. Etc.


Het mag wat kosten!

En waar worden deze kosten afgeschreven?
Ach, dat gaat mij niet aan.
Daar vind mijn werkgever vast een eerlijke oplossing voor.
In de 19 jaar alles geven voor de klant, als integere en loyale medewerker heb ik daar nooit aan getwijfeld.

Maar aan deze bankierseed? Daar twijfel ik nu wel een beetje aan.
Moet dit mijn denken doen veranderen?
Moet ik denken aan de overtreffende trap: Integerder? Beterder?
Dit soort vragen? Daar zijn nou de e-learning en de bijeenkomsten voor.

Doen!

Ik zou zeggen: “Ga er voor!”
Ondertussen bereid ik mij vast voor. Ik begin de negen zinnen uit het hoofd leren.
Jij ook?

Missing Blue...




16 januari 2015.

Acryl drieluik "Missing BLUE"



Mijn drieluik is ontstaan door deels mijn liefde voor zwart en de primaire kleuren. (Word ik blij van). Anderdeels vormde de recente gebeurtenissen in Parijs rondom Hebdo een belangrijke inspiratie.
Ik wilde een drieluik schilderen die door de driekwart cirkel met elkaar verbonden zijn maar ook afzonderlijk mooi kunnen zijn. Ik gebruikte als uitgangspunt drie primaire kleuren.

Mijn eerste deel heet "RED" en deze kleur is prominent.




 

 

 

 
 
 
 
 
 
 
 

Deel twee heet "YELLOW".


"GREEN" is het derde en laatste deel.


















Een vierde ontbreekt. Dit zou "blue" kunnen zijn i.v.m. mijn voorliefde voor de primaire kleuren.
Ik heb het drieluik dan ook verrassend de naam "BLUE" gegeven.
Blauw is overigens minimaal in de drie afzonderlijke creaties terug te vinden.