Kroon onze tafel met Uw zegen;
En spijs en drenk ons met dit goed,
Van Uwe milde hand verkregen!
Leer voor overdaad ons wachten;
Dat w' ons gedragen als 't behoort;
Doe ons het hemelse betrachten;
Sterk onze zielen door Uw Woord!
Amen
Amsterdam, jaren zeventig.
Zo nu en dan werden we door mijn vader getracteerd op de woorden uit, naar nu blijkt, “Enig Gezang 10”.
Vooraf om de maaltijd te zegenen en achteraf om te danken voor het eten.
O Heer wij danken U van harte,
voor nooddruft en voor overvloed,
Daar menig mensch eet brood der smarte,
hebt Gij ons mild en wèl gevoed.
Doch geef, dat onze ziele niet
aan dit vergank'lijk leven kleev';
Maar alles doe, wat Gij gebiedt,
en eind'lijk eeuwig bij u leev'!
Amen
Soms, heel soms werd er voordat het eindgebed werd uitgesproken, een stukje gelezen uit “het BOEK”.
“Wie wil mij het BOEK even geven?”; vroeg vader in het algemeen.
Er was er aan tafel een diepe zucht hoorbaar.
Mijn vader keek onverstoorbaar als mijn broer dan met de “Voetbal International” (of de voorlopers daarvan) kwam aanzetten.
“Het BOEK wilde je toch?”; zei hij mijn broer met een flinke knipoog naar ons.
Die Hard Prediker...
Goed, mijn vader zou mijn vader niet zijn als hij het niet gewoon kort hield.
Hij hield rekening met de onrust van de jeugd.
Hij putte kracht uit het geloof maar hij was geen ‘die-hard’ prediker.
Er werd dan toch soms een kort stukje uit de bijbel verteld.
Goed, wij pubers zouden geen pubers zijn als we dan toch nog zaten te etteren.
Tussen het geestelijke voedsel door.
Soms ging het de lieve man te ver. Met een klap sloot hij dan het boek en zijn ogen.
In stilte bad hij dan. Een dankzegging voor de maaltijd?
Of vroeg hij God of het ooit nog goed zou komen met zijn genetisch erfgoed?
Volgens mij is het aardig goed gekomen met de kinderen.
Vader stierf helaas lang voordat wij dit aan hem konden laten lezen..
En ik? Ik bid niet voor het eten.
Soms vind ik dit jammer.
Al was het alleen maar om mijn kinderen een keer om het BOEK te vragen.
Hij putte kracht uit het geloof maar hij was geen ‘die-hard’ prediker.
Er werd dan toch soms een kort stukje uit de bijbel verteld.
Goed, wij pubers zouden geen pubers zijn als we dan toch nog zaten te etteren.
Tussen het geestelijke voedsel door.
Soms ging het de lieve man te ver. Met een klap sloot hij dan het boek en zijn ogen.
In stilte bad hij dan. Een dankzegging voor de maaltijd?
Of vroeg hij God of het ooit nog goed zou komen met zijn genetisch erfgoed?
Volgens mij is het aardig goed gekomen met de kinderen.
Vader stierf helaas lang voordat wij dit aan hem konden laten lezen..
En ik? Ik bid niet voor het eten.
Soms vind ik dit jammer.
Al was het alleen maar om mijn kinderen een keer om het BOEK te vragen.
No comments:
Post a Comment