Afgelopen zomer kampeerden we in Frankrijk.
De kampeerder weet wat ik bedoel als ik vertel hoe leuk dat is.
Het kamperen. Het afwassen, douchen en de toiletgang.
En waar wil ik het over hebben?
Juist! Over het douchen.
We waren aan het douchen. Ieder in een eigen hokje. Het water was net niet warm genoeg en iedere 15 seconden moest de knop weer worden ingedrukt teneinde de water toevoer op gang te houden.
Ik was ondertussen klaar en tijdens het afdrogen kreeg ik last van mijn ondeugende ik.
Hij stelde voor om mijn vrouw te gaan pesten.
Ik ging al snel voor de bijl en met een lichte spanning riep ik met een hoge, wat benauwde stem: "Schannuleke!"
Ik proestte het zowat uit.
Dit werd erger toen een kind uit een hokje verderop antwoordde: "Wat?"
Ik riep nog een keer: "Schannuleke!".
Ik hoorde mijn vrouw inmiddels gniffelen. Wat gemeen van haar om dat arme kind uit te lachen!
Het kind antwoordde weer: "Jaha. Ik ben hier!".
Het herkende waarschijnlijk het geluid van een bekende in mijn stem.
Ik hield het voor gezien. Genoeg geentertaind voor vandaag.
Als we even later teruglopen naar de tent moeten we nog lachen.
"Malle jongen!": zei mijn vrouw terwijl ze haar hand over mijn weerbarstige kuif bewoog.
Ik schokschouderde en vroeg. "Zou dat misschien echt Schannuleke zijn geweest?."
Samen proestten we het uit van de pret.
No comments:
Post a Comment