Hoe een man zich staande houdt als vrijwilliger in een hospice met voornamelijk vrouwelijke collega's.
Het liep tegen het einde van een rustige dienst.
Het hospice was op dat moment bemenst met 2 bewoners waarvan er een behoorlijk mobiel was.
Naar deze bewoner hadden we weinig omkijken. De andere bewoner, een meneer, was hulpbehoevender.
Ik had hem al eerder die ochtend een urinaal gegeven.
Nu was het moment, kort voor de overdracht aan de nieuwe ploeg, dat de huistelefoon ging.
De beller maakte zich bekend als de dochter van meneer en vroeg of ze hem kon spreken.
Met de telefoon in mijn hand liep ik een moment later de kamer binnen.
Hij wees gelijk naar het urinaal. "Ik moet weer plassen"; sprak hij moeizaam.
Ik overhandigde de telefoon terwijl ik hem uit legde wie er aan de telefoon was. "Uw dochter!"
De man keek een beetje verschrikt.
Ik begon zijn weggooi-boksershort los te maken en ontdekte gelijkertijd een bolus die reeds enige tijd lag te wachten op ontdekking.
Ik negeerde het en hield mij bezig om de jongeheer van de man op zijn plaats te houden in het urinaal.
Ondertussen sprak de man voort en hield ik mij discreet afzijdig.
Het duurde even voordat hij begreep wie hij aan de lijn had.
Hij wendde zich plotseling tot mij en zei: "Oh, mijn dochter! Ik verstond dokter!"
Hij vervolgde zijn gesprek terwijl ik wachtte op de plas. Er gebeurde niets.
Mijn gedachten gingen razendsnel. Hij moet verschoond worden. Zal ik?
Of zal ik het aan de aflossing overlaten?…
Ik besloot er voor te gaan.
Aan het einde van zijn telefonisch onderhoud was het urinaal nog immer niet gevuld en hij gaf te kennen dat hij niet meer moest.
Ik liep de kamer uit en vroeg mijn collega even te helpen. Zij had gelukkig iets meer ervaring. Ik miste de routine.
We zochten tevergeefs de handschoenen, een onderlegger en de vochtige doekjes.
Ik liep naar de kamer van de andere bewoner toe en haalde daar de benodigdheden op.
Handschoenen en een geel emmertje met een klein dekseltje.
'Ah', dacht ik. 'Hier kun je de vochtige doekjes uit trekken'.
Eenmaal terug op de kamer deden we de handschoenen aan en opende ik het emmertje.
Op dat moment zag ik de naalden en resten van prikmateriaal. Stiekem keek ik naar mijn collega.
'Had ze het gezien?'
Ze had het waarschijnlijk niet gezien. En wat als ze het wel had gezien?
Korte tijd later hadden we de overdracht achter de rug en liep ik naar mijn auto.
Een ervaring, en dus routine, rijker.
21 September 2011
07 September 2011
Haar ogen nam ik mee naar de dood..
In mijn 22-jarig vaderschap-jubileum heb ik veel meegemaakt, veel geleerd en veel verhaaltjes over de kinderen geschreven.
Dat ik in deze periode ook fouten heb gemaakt staat buiten kijf.
Fouten waarvan je weet dat ze er zijn maar die je naast je neer legt. "Ik ben ook maar een mens...".
Soms echter krijg je een spiegel gepresenteerd. De ongevraagde feed-back.
Het gebeurde recentelijk tijdens mijn vakantie. Mijn volwassen dochter was een paar dagen langsgekomen op ons stekkie.
Dochterlief had het druk met haar studie en dit vertaalde zich in het doorstuderen in de vakantie.
Zo nu en dan was ze wat korzelig. Soms snauwde ze even... Ook tegen mijn vrouw.
Moeder kan daar goed tegen. "Ze moet haar ei kwijt en dit is de ideale plek..."; suste ze.
Op een gegeven moment ging ze te ver voor mijn gevoel.
Ik ging er tegen in en zoals een goed debater betaamt ging zij de discussie aan.
"Waarom snauw je zo tegen mij!"; riep ze.
Ik antwoordde iets van; "Wij doen alles voor je en jij...".
FOUT!
Het ging zo een paar zinnen door en ik zag mijn vrouw ongelukkig kijken.
Ik trachtte wanhopig om mijn lessen 'omgaan met (vrouwelijke) emoties' in stelling te brengen.
Het lukt en ik loop naar dochterlief toe en hef mijn hand teneinde een high-five te geven.
"Vergeet het!"; zeg ik. Ze beantwoord de geste, begint nog even flink te schelden en gelijktijdig zie ik haar ogen groot worden.
Haar ogen worden rood, sperren zich wijd open en vullen zich met tranen.
Wat ik mis is dat zij op dat moment kei- en keihard vecht tegen de tranen.
Ik zag enkel de scheldende, jankende vrouw voor me. Ik begreep dit niet en draaide me met een zucht om. Weg van dit alles.
Had ik maar eerder begrepen dat ze juist opgelucht was en dat het schelden en huilen niet zo bedoeld was.
Snikkend loopt ze weg en glijdt buiten pardoes uit over het natte hout. Het doet mij pijn doch ik kan niet reageren.
Ik ben boos. Verstijfd. Verdrietig. Ik ben stom. Ik ben een man!
Even later lig ik in bed. Ik kan de slaap niet vatten. Gedachten spelen door mijn hoofd.
Steeds zie ik haar ogen voor me. Dat innerlijke vechten.
Ik denk, ik maal.
Woelend zie ik mijzelf ineens liggen op mijn sterfbed.
Net voordat ik mijn aller, allerlaatste adem uit blaas zie ik die wanhopige ogen weer voor me... De afrekening?
Een beklemmend gevoel maakt zich meester van me. Dat moet mij niet overkomen!
Even later klop ik op de deur van haar kamer.
"Sorry..." zeg ik zachtjes. "Ik heb veel van je geleerd..."
Dat ik in deze periode ook fouten heb gemaakt staat buiten kijf.
Fouten waarvan je weet dat ze er zijn maar die je naast je neer legt. "Ik ben ook maar een mens...".
Soms echter krijg je een spiegel gepresenteerd. De ongevraagde feed-back.
Het gebeurde recentelijk tijdens mijn vakantie. Mijn volwassen dochter was een paar dagen langsgekomen op ons stekkie.
Dochterlief had het druk met haar studie en dit vertaalde zich in het doorstuderen in de vakantie.
Zo nu en dan was ze wat korzelig. Soms snauwde ze even... Ook tegen mijn vrouw.
Moeder kan daar goed tegen. "Ze moet haar ei kwijt en dit is de ideale plek..."; suste ze.
Op een gegeven moment ging ze te ver voor mijn gevoel.
Ik ging er tegen in en zoals een goed debater betaamt ging zij de discussie aan.
"Waarom snauw je zo tegen mij!"; riep ze.
Ik antwoordde iets van; "Wij doen alles voor je en jij...".
FOUT!
Het ging zo een paar zinnen door en ik zag mijn vrouw ongelukkig kijken.
Ik trachtte wanhopig om mijn lessen 'omgaan met (vrouwelijke) emoties' in stelling te brengen.
Het lukt en ik loop naar dochterlief toe en hef mijn hand teneinde een high-five te geven.
"Vergeet het!"; zeg ik. Ze beantwoord de geste, begint nog even flink te schelden en gelijktijdig zie ik haar ogen groot worden.
Haar ogen worden rood, sperren zich wijd open en vullen zich met tranen.
Wat ik mis is dat zij op dat moment kei- en keihard vecht tegen de tranen.
Ik zag enkel de scheldende, jankende vrouw voor me. Ik begreep dit niet en draaide me met een zucht om. Weg van dit alles.
Had ik maar eerder begrepen dat ze juist opgelucht was en dat het schelden en huilen niet zo bedoeld was.
Snikkend loopt ze weg en glijdt buiten pardoes uit over het natte hout. Het doet mij pijn doch ik kan niet reageren.
Ik ben boos. Verstijfd. Verdrietig. Ik ben stom. Ik ben een man!
Even later lig ik in bed. Ik kan de slaap niet vatten. Gedachten spelen door mijn hoofd.
Steeds zie ik haar ogen voor me. Dat innerlijke vechten.
Ik denk, ik maal.
Woelend zie ik mijzelf ineens liggen op mijn sterfbed.
Net voordat ik mijn aller, allerlaatste adem uit blaas zie ik die wanhopige ogen weer voor me... De afrekening?
Een beklemmend gevoel maakt zich meester van me. Dat moet mij niet overkomen!
Even later klop ik op de deur van haar kamer.
"Sorry..." zeg ik zachtjes. "Ik heb veel van je geleerd..."
Subscribe to:
Posts (Atom)