21 September 2011

Naaldencontainer

Hoe een man zich staande houdt als vrijwilliger in een hospice met voornamelijk vrouwelijke collega's.

Het liep tegen het einde van een rustige dienst.
Het hospice was op dat moment bemenst met 2 bewoners waarvan er een behoorlijk mobiel was.
Naar deze bewoner hadden we weinig omkijken. De andere bewoner, een meneer, was hulpbehoevender.

Ik had hem al eerder die ochtend een urinaal gegeven.
Nu was het moment, kort voor de overdracht aan de nieuwe ploeg, dat de huistelefoon ging.
De beller maakte zich bekend als de dochter van meneer en vroeg of ze hem kon spreken.
Met de telefoon in mijn hand liep ik een moment later de kamer binnen.
Hij wees gelijk naar het urinaal. "Ik moet weer plassen"; sprak hij moeizaam.
Ik overhandigde de telefoon terwijl ik hem uit legde wie er aan de telefoon was. "Uw dochter!"

De man keek een beetje verschrikt.
Ik begon zijn weggooi-boksershort los te maken en ontdekte gelijkertijd een bolus die reeds enige tijd lag te wachten op ontdekking.
Ik negeerde het en hield mij bezig om de jongeheer van de man op zijn plaats te houden in het urinaal.
Ondertussen sprak de man voort en hield ik mij discreet afzijdig.
Het duurde even voordat hij begreep wie hij aan de lijn had.
Hij wendde zich plotseling tot mij en zei: "Oh, mijn dochter! Ik verstond dokter!"
Hij vervolgde zijn gesprek terwijl ik wachtte op de plas. Er gebeurde niets.

Mijn gedachten gingen razendsnel. Hij moet verschoond worden. Zal ik?
Of zal ik het aan de aflossing overlaten?…
Ik besloot er voor te gaan.

Aan het einde van zijn telefonisch onderhoud was het urinaal nog immer niet gevuld en hij gaf te kennen dat hij niet meer moest.
Ik liep de kamer uit en vroeg mijn collega even te helpen. Zij had gelukkig iets meer ervaring. Ik miste de routine.
We zochten tevergeefs de handschoenen, een onderlegger en de vochtige doekjes.
Ik liep naar de kamer van de andere bewoner toe en haalde daar de benodigdheden op.
Handschoenen en een geel emmertje met een klein dekseltje.
'Ah', dacht ik. 'Hier kun je de vochtige doekjes uit trekken'.

Eenmaal terug op de kamer deden we de handschoenen aan en opende ik het emmertje.
Op dat moment zag ik de naalden en resten van prikmateriaal. Stiekem keek ik naar mijn collega.
'Had ze het gezien?'
Ze had het waarschijnlijk niet gezien. En wat als ze het wel had gezien?
Korte tijd later hadden we de overdracht achter de rug en liep ik naar mijn auto.

Een ervaring, en dus routine, rijker.

No comments: