08 September 2015

Een Rotterdamse sluwe vos in Frankrijk.

 

En zo belandden wij na een heerlijke ontspannen reis op de camping in de Franse Ardeche…

We mochten kiezen uit twee plaatsen. Eén beneden aan l'eyrieux of één boven bij het zwembad, de winkel en het restaurant.
We kozen de plek aan de rivier l'eyrieux.

Zoals we van een camping in Frankrijk mogen verwachten kreeg ons puptentje een plek tussen aan de ene kant heuse Limburgers en aan de andere kant mensen uit Rotterdam.

Wij vielen op. Althans, ons tentje. De Limburgers hadden een caravan en de Rotterdammers hadden een aanhangwagen mee om de reuze 5-benige boogtent in te vervoeren.

Ondanks, of juist dankzij onze kleine trouwe tent waren we happy. En ondanks dat er voor 95% Nederlanders waren creëerden we toch het Frankrijk gevoel.

Wat heb je meer nodig dan een stokbroodje, een stukje fromage en een flesje wijn?

Onze buren waren leuk. Gewoon leuk. Dat is logisch want wie liefde zaait zal liefde oogsten. Nietwaar?

Ook onze Rotterdamse buren waren aardig.

Al snel kwam ik er achter dat de “man des tents” kwa kennis behoorlijk breed ontwikkeld was.
Althans, zo deed hij dit voorkomen.
De zaken die ik zo nu en dan te berde bracht, werden aangevuld en/of verbeterd!

Ik vertelde bij gelegenheid enthousiast over mijn eerdere waarneming die dag van de bosbeekjuffer.

Een blauwe libelle die ons een blik gunde op het paringswiel met een libelle van een andere kleur.

Hij luisterde waarschijnlijk met een half oor want voor dat ik klaar was met mijn verhaal onderbrak hij me.

“Weet jij hoeveel ogen een libelle heeft?”

Ik sla dood en mijn hersenen proberen het deel van de logica te activeren…
Het lukt niet direct maar bij zo’n vraag zal er wel iets afwijkends aan komen.

Dus ik gok. “Euh, vier?”

“Nee, wel honderden!”; antwoordt de man met een euforische glimlach.

Ik antwoord: “O”.

“En weet je?...”; vervolgt de man, “Weet je dat je een libelle nooit in je aquarium moet krijgen? Als dat gebeurt ben je zo van je vis af…”

Ik denk na. Waar wil hij naar toe? Hoe vaak komt het voor dat een libelle beroep doet op jouw gastvrijheid?

En stel dat hij je huis binnenvliegt…
Hoe vaak staat daar dan een aquarium… Met zonder deksel?

Ik confronteer hem met mijn gedachten en besluit direct het over een andere boeg te gooien.

“Wij hadden thuis een 2 meter bak. We hadden nooit last van libelles.

Een gezelschapsaquarium met Cabomba, Valesneria, Amazoneplanten.“
Ik noem enkele planten die ik mij herinner. "Kongozalmen, zwarte tetra's, maanvissen, neont..." .Als ik de vissoorten begin op te sommen onderbreekt de man mij ten tweede male.

“Wij hadden een 3 meter aquarium”; sprak de man.

Er volgt een discussie over onderhoud anno 2015 versus de verzorging zoals mijn vader dat in de jaren zeventig deed.
Als ik de man moest geloven dan was de verzorging zoals mijn vader dit deed compleet fout!
“Lees maar op ‘aquabora’, daar ben ik lid van en ik schrijf daar een vaste column…”

Ik laat het voor wat het is…

De vakantie gaat door. We ontdekken. We zien. We lachen en rusten uit.
We ademen vakantieliefde…

Dan, op een ochtend gebeurt het weer.
Ik kruip uit mijn tentje, rek mij uit en zie de buurman.
Ik groet hem en hij groet terug.

In mijn ooghoek zie ik hem veelbetekenend naar zijn vuilniszak kijken.
“Een vos!”; roept hij triomfantelijk. “Dit is een vos geweest.”

Wij denken na (Want een gewaarschuwd mens telt voor twee).
We denken, ‘hoe kan deze Rotterdamse man uit Les Pays Bas weten dat het een vos is die hier is geweest?’

Ik reageer direct terwijl ik overdreven snuif.

“Nee, was geen vos. Een vos ruik je altijd. Laat een urine spoor na. Die ruik je overal boven uit.”

Ik formuleer de woorden bijna achteloos. Ik stond gewoon te liegen.
Te liegen om te voelen hoe het voelde. Om te zien wat er gebeurde.
Om de man te laten weten dat ik er ook toe doe!
Mijn leugen hangt even boven de rivier tussen ons in.
Buurman laat zich echter niet uit het veld slaan en schudt zijn hoofd. “Ik hoorde hem vannacht en toen heb ik onder de rand van de tent gekeken.

Het was zo’n vosje!”; zei de man terwijl hij de wijsvingers van beide handen dertig centimeter uit elkaar hield.
Weer een punt voor hem. Ik moest lachen. Ook een vos in Frankrijk verliest zijn haren.

Ik ga koffie zetten en neem op dat moment een besluit.
Volgende keer een camping met alleen Fransen. Die snap ik tenminste.

04 September 2015

Hoe leuk kan kamperen zijn!

Afgelopen zomer kampeerden we in Frankrijk.
De kampeerder weet wat ik bedoel als ik vertel hoe leuk dat is.
Het kamperen. Het afwassen, douchen en de toiletgang.
En waar wil ik het over hebben?

Juist! Over het douchen.
We waren aan het douchen. Ieder in een eigen hokje. Het water was net niet warm genoeg en iedere 15 seconden moest de knop weer worden ingedrukt teneinde de water toevoer op gang te houden.
Ik was ondertussen klaar en tijdens het afdrogen kreeg ik last van mijn ondeugende ik.

Hij stelde voor om mijn vrouw te gaan pesten.
Ik ging al snel voor de bijl en met een lichte spanning riep ik met een hoge, wat benauwde stem: "Schannuleke!"
Ik proestte het zowat uit.
Dit werd erger toen een kind uit een hokje verderop antwoordde: "Wat?"

Ik riep nog een keer: "Schannuleke!".
Ik hoorde mijn vrouw inmiddels gniffelen. Wat gemeen van haar om dat arme kind uit te lachen!
Het kind antwoordde weer: "Jaha. Ik ben hier!".

Het herkende waarschijnlijk het geluid van een bekende in mijn stem.
Ik hield het voor gezien. Genoeg geentertaind voor vandaag.
Als we even later teruglopen naar de tent moeten we nog lachen.
"Malle jongen!": zei mijn vrouw terwijl ze  haar hand over mijn weerbarstige kuif bewoog.
Ik schokschouderde en vroeg. "Zou dat misschien echt Schannuleke zijn geweest?."
Samen proestten we het uit van de pret.