In de periode 1983 - 1989 was ik werkzaam als buschauffeur bij "Centraal Nederland".
Een bijzondere periode die naast de vele leuke avonturen ook nare momenten kende.
In 2010 besloot ik om de highlights aan het papier toe te vertrouwen.
Deze keer: Ik leek wel een mens!
Ik reed die dag op mijn eigen lijn. Lijn 120. Amsterdam Muiderpoortstation - Utrecht Centraal station
Doorgaans een heerlijke rit. Weinig over te melden behalve de route langs de mooie plekjes aan de Vecht.
Ieder jaargetijde een mooie ervaring.
Toch had je ook hier zo nu en dan te maken met vertraging en drukte.
En op een lange rit had ik wel behoefte aan een koffiepauze op het Muiderpoortstation.
Rekening houdende met de vertraging rij ik over de Middenweg. Ik probeer wat tijd in te halen.
Plotseling rijdt er een bumperklever voor mij. Achterin zitten een paar jongeren en die maken obscene gebaren.
Ongetwijfeld reageerde ik op de verkeerde manier want de rest van de Middenweg en de Linaeusstraat blijft de auto mij
stagneren en rijdt steeds langzamer. 20 a 30 km p/u. Ondertussen zit ik mij vreselijk te irriteren.
Bij elke halte waar ik moet stoppen stopt de auto ook om mij later weer op sleeptouw te nemen met een slakkegang.
Ik zie mijn koffiepauze in rook op gaan, word kwader en kwader en gedraag mij niet meer zoals van mij verwacht wordt.
Met een soort van waas voor mijn ogen zie ik mijn kans.
Op het eind van de Linaeusstraat dien ik gebruik te maken van de busbaan teneinde rechtsaf te kunnen draaien de Wijttenbachstraat in.
Mij bedoeling was duidelijk. Ik zou de auto tegen houden en mijn frustratie botvieren, lees: een praatje maken.
Het interesseerde mij niet meer of er 3, 4 of 5 jongens in zaten!
Dan gebeurt het. De auto staat rechts van mij voor het rode verkeerslicht. Ik sta op de busbaan en wacht ook.
Het licht springt op groen en de auto's beginnen te rijden. Ik mag nog niet maar ben blind.
Ik trek op, stuur langzaam naar rechts en zie het meisje op haar fiets over het hoofd.
Het meisje springt van de fiets maar de fiets is reddeloos verloren.
Zonder enig gevoel van mededogen grijpen mijn achterwielen de fiets en op dat moment komt mijn bus tot stilstand.
Ik trek wit weg. De auto is inmiddels uit het zicht verdwenen.
Waarschijnlijk heeft mijn gedrag gezorgd voor de ultieme climax en zullen de inzittenden zich op de knieen geslagen hebben van pret!
De auto was ook uit mijn gedachten verdwenen. Ik had een ander probleem.
Ambulance, politie en mijn collega's ter plaatse. Gelukkig had het meisje niets.
Gek genoeg is er nooit gerept over een schuldvraag. Psychologie? Had ik al straf genoeg?
Ik had bijna iemand doodgereden. Iets wat ik kon bijschrijven in mijn persoonlijke register. Een zwarte bladzij in mijn dagboek.
Iemand probeerde mij gek te maken en ik ben de uitdaging aangegaan. Ik leek wel een mens.
En de vertraging? Nooit meer ingehaald!
Hilbert Steensma
No comments:
Post a Comment